vrijdag 11 januari 2008

Goedenacht

Ik zit op een bureaustoel
En ik kijk naar de pc.
M’n ogen doen zeer.
Ik blijf echter kijken.

Naar het zwijgende, standvastige scherm
Het is fel, groot, en overweldigend.
Hij houdt me in z’n greep, woorden zijn overbodig.

Ik moet gaan, duisternis moet plaatsvinden,
Rustig, en zorgeloos wacht zij,
Zodat zij me kan strelen, knuffelen,
En uiteindelijk mij kalmeert.

Bang, echter voor wat moet komen,
Zit ik voor me uit te staren,
De duisternis is er al, de rust blijft uit.

Ja, rust om me heen,
Het is te kalm,
Zelfs in mijn hoofd,
Daar onder mijn zwarte haren.

Maar, echte rust,
Nee, zorgeloosheid is
Vandaag schaars.

Hoop, hij redt mij.
Hij ziet mij, hij vindt mij
Hij leidt mij, en hij kalmeert mij.

Hij, is bij mij.

Weltrusten.

Geen opmerkingen: